| Reportage
Nu toeristisch Vlaanderen verlekkerd is op streekproducttoerisme (het bezoeken van de 'geboorteplaats' van lekkernijen uit de regio die je verkent, red.) toont ook Borgloon dat de gemeente meer te bieden heeft dan fietsroutes en fruitbomen. Nergens kan je dit beter doen dan in de oude Loonse stroopfabriek in Borgloon: van potjes stroop tot pakjes stroopwafeltjes tot een portie 'Loonse ballekes' op het terras van de aanliggende bistro De Smaakfabriek. Smaak van dichtbij neemt je mee op een bezoek aan de gerestaureerde Loonse stroopfabriek en haar fruitbelevingscentrum.
Eenmaal de groep voor de rondleiding compleet is, stelt de gids zichzelf voor. De gevatte grijze dame, een alwetend omaatje op sneakers, is een Limburgse met een hart voor Haspengouw. “Men zegt wel eens dat Borgloon de Parel van Haspengouw is… en wie kan hen tegenspreken?”, begint ze haar betoog. Ik weet niet over wie ze het exact heeft, maar ik weet wel dat ik haar niet tegen ga spreken – de rest van de groep ook niet, denk ik als ik even rond me kijk. Op dezelfde toon waarop je een sprookje zou vertellen, gaat ze verder: “Maar wie Borgloon zegt, zegt stroop. Er waren zodanig veel stroopfabrieken – groot en klein – in ‘Loon’ dat de inwoners van Borgloon de bijnaam ‘de strooplekkers’ kregen.” Dit lijkt misschien extreem, maar in Haspengouw bezat in de 19e eeuw iedereen wel een paar fruitbomen en vooral in goede oogstjaren was er een overschot aan fruit. Fruitboeren of lokale handelaars bleven dan zitten met onverkocht fruit, ideaal om tot stroop te verwerken. Het maken van stroop vergde in die tijd een relatief bescheiden investering van de boer, een koperen ketel en een pers volstonden.
Rijke geschiedenis
Ook op industriële schaal was stroopmaken een booming business in de streek. Op de buitenkoer vertelt de gids ons over het reilen en zeilen van de Loonse stroopfabriek. Het kleine stroopfabriekje van de familie Wynants werd uitgebreid tot een heuse stoomstroopfabriek die ongetwijfeld haar stempel drukte op de regio. In het begin van de 20e eeuw liep er zelfs een tramlijn (Hasselt-Kortessem-Wellen-Borgloon-Oreye) tot op het binnenplein van de stroopfabriek Wynants-Groenendaels. Hoewel de schouw van de stoommachine tot op heden één van de bekendste Loonse landmarks is, heeft de stroopfabriek Wynants-Groenendaels maar gedraaid tot 1988.
We krijgen het koud, laten de koer voor wat het is en gaan terug naar binnen. “Nu begint de pret”, glundert de gids terwijl ze ons door de werktuigen uit de tijd van ooit loodst.
Op humoristische wijze, versierd met kleurrijke muurschilderingen, brengt de gerestaureerde stroopfabriek een ode aan de rijke geschiedenis van het pand. In 2007 won de Loonse stroopfabriek de Monumentenstrijd op Canvas en blies de familie Bleus – die generaties lang stroop maakten in Wellen – de stroopfabriek nieuw leven in. Tien jaar later kreeg de oude Loonse stroopfabriek een toeristische invulling en verhuisde de familie Bleus hun onderneming weer naar Wellen.
De stroopfabriek werd een plek waar toeristen op een interactieve en belevingsvolle manier het stookproces van Loonse stroop kunnen ontdekken: van de loopbrug doorheen de oude stroopfabriek tot de glazen wand waar achter bezoekers kunnen zien hoe werknemers van de sociale werkplaats De Wroeter op een ambachtelijke manier stroop maken. In de bewaarkamer en het fruitbelevingscentrum wordt de stroopgeschiedenis gekaderd in 'het breder fruitverhaal' van de streek, onder andere aan de hand van interactieve spelletjes.
Waarom stroop?
In het fruitbelevingscentrum vertelt de gids in geuren en kleuren over de finale stappen van het productieproces: het indikken van de stroop en het afvullen in de strooppotjes. Eenmaal de stroop een afgewerkt product is, wordt het tegenwoordig verpakt in doosjes, vroeger was dat anders. De stroop werd toen in grote tonnen of ijzeren dozen gestoken. De senioren waarmee ik de woensdagnamiddag-rondleiding volgde, knikken beamend. “Ik herinner me dat nog, soms waren dat dozen van wel 5 kg. Zulke potten!”, lacht Anny (79) terwijl ze theatraal gebaard. “Mijn mama had vroeger een winkel, en mensen kwamen destijds zelfs langs met een kleiner potteke. ‘Alice, ene halve kilo stroop, alstublieft’, klonk het dan”.
Een van de redenen dat stroop zo populair was, was dat stroop wijn kan vervangen in de keuken. In de streek was het gebruikelijk om gerechten te bereiden met stroop in plaats van met wijn. Maar stroop was niet alleen een prima wijnvervanger in de keuken, bij veel mensen stond de strooppot vroeger ook gewoon op tafel – vrijwel ongeacht wat er gegeten werd. Volgens de gids zouden "choco, smeerkaas, saucisse en weet ik niet wat allemaal van beleg" de doodslag geweest van de stroop. “Ik ben nochtans grootgebracht op stroop”, mompelt de man naast mij. “Sommige kennen stroop zelfs niet, kan je geloven dat je van hier bent en dat niet eet?”. Stroop met spekvet – liefst van al aangebrand – was het-van-het, bleek de consensus te zijn in de groep.
De sfeer en de uitbundige rondleiding van het stroopfabriek, het streekproductenwinkeltje aan het onthaal en het fruitbelevingscentrum zijn... wel ja, een beleving. Na lekkere lunch op basis van Loonse stroop in bistro De Smaakfabriek en een bezoek aan de Loonse stroopfabriek is het niet moeilijk te begrijpen wat streekproducttoerisme zo aantrekkelijk maakt!
Commentaires